Do 5 april | Baron Van Swieten en zijn adellijke herenclub

Do 5 april 20:15 uur – Einsteinzaal Rijksmuseum Boerhaave Leiden
Baron Van Swieten en zijn adellijke herenclub

KOOP HIER UW KAARTEN

In een bedelbrief beschrijft Mozart op 12 juli 1789 – door ziekte van zijn Constanze geplaagd – zijn ellendige financiële positie. Hij legt uit hoe hij zich voornam ‘bij mij thuis abonnementsconcerten te geven’ om tenminste zijn dagelijkse uitgaven te kunnen bestrijden. Wolfgang Amadé stuurt een inschrijvingslijst rond, maar het zit niet mee. ‘Mijn noodlot is mij – zij het alleen in Wenen – zo slecht gezind dat ik, wat ik ook probeer, niets kan verdienen. De lijst is veertien dagen rond gegaan en er staat maar één naam op: Van Swieten…’

Enter de festivalmusici in de geuzenstad! Een stapel meesterwerken voor strijkers onder de arm van Haydn, Mozart, Beethoven en de destijds befaamde zoon van Bach Carl Philipp Emanuel. Met de eminente musicoloog Leo Samama onthullen ze gulheid en betekenis van Gottfried van Swieten vanuit zijn geboorteplaats Leiden. Deze baron ontwikkelde zich tot een ware mecenas van ‘de’ Weense klassieken.

C.Ph.E Bach – Sinfonie voor strijkers in b-klein Wq. 182/5
Haydn – Strijkkwartet op 76 no 1
pauze
Mozart – Fuga no 2 in Es-groot voor strijkkwartet (naar JS Bach WTK boek 2 BWV 876) | Adagio & Fuga voor strijkkwartet in c-klein KV 546 | Molto Allegro (4e deel) uit strijkkwartet no 14 in G-groot K387
Van Beethoven – Strijkkwartet op 18 no 3 in D-groot

Musici:
Nadia Wijzenbeek – viool & Eva Stegeman – viool | Asdis Valdimarsdóttir – altviool | Mick Stirling – cello | Leo Samama – presentatie

Wie was deze gulle baron? En hoe belandde hij van Leiden in Wenen? Zijn vader viel op als een van de sterstudenten van de Leidse medicus Boerhaave en werd in 1745 naar Wenen geroepen door keizerin Maria Theresia, zorgde er voor een medische revolutie en werd daarnaast directeur van de keizerlijke bibliotheek.

Zoon Gottfried werd gekneed in rechten en filosofie aan de Theresiaanse Ridderacademie (vertaald naar Haagse termen ‘het klasje van de buitenlandse dienst’ van Maria Theresia). Vanaf 1755 volgde een flitsende carrière als diplomaat – Brussel, Frankfurt am Main, Parijs, Warschau – culminerend in een baan als gezand aan het hof van Koning Frederik II van Pruisen te Berlijn. Het was daar – vanaf 1770 in zeven jaren – dat Gottfried voor het leven verliefd werd op de manuscripten van Händel en Bach, tot klinken gebracht in de kring rond Anna Amalia (de prinses was zelf behendig op harp, fluit en viool). Een tweede Berlijnse liefde betrof de muziek van Carl Philipp Emanuel Bach die van Gottfried de opdracht kreeg voor zes sinfonia’s voor strijkorkest. De musici openen het concert toepasselijk met de vijfde van Carl Philipp Emanuel’s Hamburger Sinfonien.

In 1877 werd Gottfried terug geroepen naar Wenen, waar hij tot zijn dood prefect van de keizerlijke hofbibliotheek zou blijven. In 1781 belastte Joseph II hem bovendien met een politieke functie als praeses van de studie- en boekcensuurcommissie. In die hoedanigheid hervormde Gottfried het onderwijs in Oostenrijk en ondersteunde hij de liberale politiek van deze ‘verlichte despoot’. Een conflict met Leopold II leidde op 5 december 1791 tot Gottfrieds ontslag, waarmee zijn politieke loopbaan ten einde kwam.

Genoeg te doen, daar niet van! ‘Freiherr’ Gottfried koesterde artistieke ambities, schreef de Duitse teksten voor Haydns beroemdste oratoria Die Schöpfung en Die Jahreszeiten en deed zelfs zijn best componist te worden. Het laatste vergeefs: ‘Zijn muziek is zo stijf als hijzelf’, signaleerde Haydn. Niet getreurd, u hoort een soepel strijkkwartet van Haydn, vader van het genre.

Dan maar de echte talenten helpen, dacht Gottfried! Gefortuneerd als de baron was, lag het mecenaat binnen zijn bereik… Hij telde zowel Haydn als Mozart tot zijn vrienden, ja zelfs Beethoven. Zagen we bij het openingsconcert hoe Debussy zijn Russen leerde kennen via Nadezjda von Meck, niemand minder dan het tijdloze genie Mozart kreeg fuga’s van Bach onder zijn neus van deze baron. ‘Ik ga iedere zondag naar Baron van Swieten, waar alleen maar Bach en Händel wordt gespeeld.’ schreef hij april 1782 aan zijn vader. Lang voor Wolfgangs fameuze vijfstemmige slotfuga uit de Jupiter Symfonie!

Gesellschaft der Associierten
Gottfried formeerde begon vanaf 1780 concerten te organiseren in zijn dienstwoning in de Weense hofbibliotheek. De baron was gul met geld, én muziekdrukken. Hij gaf Mozart ‘alle werken van Händel en Sebastian Bach mee, nadat ik ze voor hem had doorgespeeld.’

 

Vanaf 1786 was Gottfried secretaris van het ‘Gesellschaft der Associierten (Cavaliers)’, waarvan de leden uit de hoge adel privé opvoeringen ondersteunden van oratoria in hun eigen stadspaleis. Händel was hun grootste favoriet. Mozart schreef in opdracht van deze academie bewerkingen van Händel in de jaren 1788-90. Haydn werd door het de ‘Associierten’ betaald voor Die Schöpfung en Die Jahreszeiten, op kosten van de leden in première gebracht in het Palais Schwarzenberg. Als librettist spoorde van Swieten Haydn aan tot menig ‘Tonmalerei’ in de revolutionaire verklanking van deze oratoria. Beethoven droeg zijn eerste symfonie aan Van Swieten op. J.N. Forkel de eerste Bach-biografie ooit uit 1802.

En bij de baron thuis leerde ook Beethoven zijn barokcomponisten kennen. Tijdens informele sessies tot in de kleine uurtjes, imponeerde de jonge Ludwig het aristocratisch publiek door zich in razend tempo stukken van Bach en Händel eigen te maken. Vorst Lichnowsky was eveneens een frequent bezoeker van de luisterrijke zondagmatinees die Bachapologeet Van Swieten met gevoel voor stijl in de hofbibliotheek optuigde. En dan kreeg Beethoven ook nog steun van Lobkowitz en Rasumovsky en had hij behalve een mecenas bovendien een verdienstelijk pianist aan aartshertog Rudolph…